Buurtgericht werken

“Buurtgericht werken?!”

Als je met de buurt gaat werken, benut je heel wat potentieel. Maar denk eens na:

  • Wie wil je eigenlijk bereiken?
  • Waarom?
  • Welke stappen zet je om de buurt te bereiken in functie van de doelstellingen van de organisatie?

► Bekijk ook de andere fiches van de kwaliteitstool! 

Buurtgericht werken wil zeggen dat je samen met de buurt problemen oplost om zo mee de leefbaarheid en de sociale samenhang te vergroten. Je kan er de burger maatschappelijk actiever mee maken en hun eigen verantwoordelijkheid stimuleren, alsook de betrokkenheid, medeverantwoordelijkheid en zeggenschap van de burger vergroten bij hun eigen woon- en leefomgeving. (Bron: www.lisse.nl/buurtgerichtwerken)

Buurtgericht werken impliceert dus een meerwaarde voor de buurt maar ook voor je organisatie: je kan er immers naambekendheid mee krijgen, en de betrokkenheid van de buurtbewoners bij je organisatie verhogen.

Wil jouw organisatie zich meer richten op de buurt?
Wil jij de buurt betrekken? En met welk doel voor ogen?

  • Wat en wie versta je onder buurtgericht werken?
  • Wat versta je onder de buurt?
  • Wat is je positie ten opzichte van taal?
  • Wat wil je met de buurt bereiken?
  • Waarom is het belangrijk dat je hen betrekt? Wat is de meerwaarde voor de organisatie?

Tip:

  • je kan de buurt omschrijven/begrenzen vanuit de vestiging, of vanuit de deelnemers
  • Buurtgebruikers = buurtbewoners, passanten, organisaties, verenigingen
  • Wat is de algemene visie en hoe past buurtgericht werken binnen deze visie?
  • Met welk doel wil je de buurt nauwer betrekken?
  • Welke meerwaarde biedt buurtgericht werken voor je werking en/of doelgroep?
  • Wie heb je voor ogen?
  • Waar wil je naartoe en welke verschillende stappen en/of activiteiten ga je hiervoor organiseren?
  • Waarom wil je de buurt nauwer betrekken bij je werking?
    • Ter kennismaking?
    • Versterking van de eigen werking, bv. door het opzetten van samenwerkingsverbanden?
    • Versterken van buurtbewoners en –buurtgebruikers?
  • Op welke manier moet of wil je die buurt dan nauwer betrekken?
    • Beoog je een eenmalige buurtgerichte activiteit?
    • Beoog je een structurele buurtgerichte aanpak? Hoe past deze binnen een plan of duidelijke visie?
    • Formeel (bv. een wijkcomité) of informeel (bv. een praatje maken met voorbijgangers)?
    • Functioneel?
  • Inzetten op ‘werken met de buurt’ kan heel wat voordelen met zich meebrengen voor de doelstellingen van de organisatie, bv.
    • voor de inbedding in de buurt
    • voor de draagkracht van beslissingen
    • voor de kinderen
  • Een eenmalige activiteit is iets vrijblijvender en minder intensief
  • Kies je methode in functie van je doelstellingen.
  • Als je met de buurt aan de slag gaat, zorg dan voor een
    • heldere en concrete vraag
    • duidelijke taak- en rolomschrijving
    • evenwichtige inbreng
    • gedragenheid door de deelnemers
  • Breng steeds je startniveau van deelnemers en/of organisatie in kaart
    • Methode: de kaartoefening:
      • Waar komen je deelnemers vandaan?
      • Welke organisaties/verenigingen/infrastructuur zijn er in de buurt?
      • Wat ken je?
      • Wat gebruik je al?
    • Maak van de kaart een gebruiksvoorwerp
      • Hang ze centraal op zodat ze een werkinstrument wordt
      • Vul aan waar nodig